Het zwemdiploma is binnen
In een land met veel water is het verstandig dat kinderen hun zwemdiploma behalen. Met een A-diploma zijn kinderen zwemveilig, maar het is zeker aan te raden om kinderen ook het B-diploma en het C-diploma te laten halen.
Het ABC diploma
Er wordt geadviseerd om een kind vanaf 5 jaar zwemlessen te laten volgen. Dan is het fysiek en motorisch gezien in staat om aan de eisen van het zwemdiploma te voldoen. Dat kinderen leren zwemmen is werkelijk van levensbelang. Daarom kan het ABC diploma beschouwd worden als een garantie voor een leven lang waterplezier. Wanneer je kind een van deze diploma’s heeft behaald moet dat beslist gevierd worden met een heerlijke taart. Bij jeEigenTaart kun je een themataart bestellen die bij het behaalde zwemdiploma past.
Een waardedocument
Aan elk zwemdiploma zijn een aantal zwemvaardigheden gekoppeld. Indien je kind de zwemdiploma’s A, B en C heeft behaald voldoet het aan de Nationale Norm Zwemveiligheid. Zoals dat voor zoveel diploma’s geldt, zijn ook de Nationale Zwemdiploma’s echte waardedocumenten. Ze mogen enkel worden uitgegeven door zwemscholen die in het bezit zijn van de Licentie Nationale Zwemdiploma’s.
Zwemdiploma A
Tijdens het examen voor zwemdiploma A moet het kind laten zien dat hij of zij zichzelf kan redden in het water, ook met kleding aan. Tevens moet het kind een bepaalde afstand kunnen zwemmen met behulp van een of meer van de volgende zwemslagen: schoolslag, enkelvoudige rugslag, borstcrawl of rugcrawl. Ook moet het kunnen watertrappelen, draaien, oriënteren en zelfstandig uit het water kunnen klimmen. Bovendien moet het kind kunnen blijven drijven, zowel op de buik als op de rug. Kortom, het moet zich in het water vertrouwd voelen.
Zwemdiploma B
Met een diploma-A op zak heeft het kind een solide basis. Zwemdiploma B stelt de volgende aanvullende eisen: het kind moet zich onder water kunnen oriënteren, onder water ergens doorheen kunnen zwemmen, een langere afstand kunnen zwemmen, van de kant af kunnen duiken, naar een drijvend voorwerp kunnen zwemmen om uit te rusten en op de rug kunnen drijven. Ook het watertrappelen komt weer aan bod. Bovendien moet het kind zichzelf richting de bodem kunnen laten zakken.
Zwemdiploma C
Diploma C vereist extra zwemvaardigheden. Zo wordt de zwemafstand nogmaals verlengd. Wanneer het kind onder water ergens doorheen moet zwemmen dient het op een veilige plek weer boven te kunnen komen. Het moet met kleding aan naar een drijvend voorwerp kunnen zwemmen en het moet kunnen omschakelen van watertrappelen naar op de rug drijven.